




Beschaamd begrijpen: definitie en voorbeelden
Beschaamd is een bijvoeglijk naamwoord dat beschaamd of beschaamd betekent. Het kan worden gebruikt om een persoon te beschrijven die zich zelfbewust of vernederd voelt, vaak als gevolg van het feit dat hij overrompeld wordt of zich dwaas voelt. Als iemand bijvoorbeeld betrapt wordt op het maken van een fout in het openbaar en er terneergeslagen en beschaamd uitziet, je zou kunnen zeggen dat ze zich schamen. Op dezelfde manier kan iemand, als hij hard wordt bekritiseerd vanwege zijn daden of gedrag, zich schamen en zich schamen. Over het algemeen wordt het woord 'beschaamd' gebruikt om het gevoel te beschrijven dat hij overrompeld wordt of zich dwaas voelt. kan worden gebruikt in verschillende situaties waarin iemand zich schaamt of zich schaamt.







Beschaamd is een bijwoord dat "met schaamte of schaamte" betekent. Het wordt gevormd door het voorvoegsel 'ab-' (wat 'weg van' betekent) te combineren met het woord 'verlegen', wat 'verlegen' of 'bescheiden' betekent.
Hier zijn enkele voorbeeldzinnen waarin 'beschaamd' wordt gebruikt:
1. Ze bloosde beschaamd toen ze besefte dat ze een fout had gemaakt waar iedereen bij was. Hij keek beschaamd naar de grond, niet in staat de blik van zijn vriend te ontmoeten nadat hij een leugen had verteld. De nieuwe medewerker sprak beschaamd tijdens de bijeenkomst, bang om haar mening te geven uit angst ongelijk te hebben.







Definitie van beschaamd…op een beschaamde manier; met een gevoel van schaamte of schuldgevoel. Voorbeelden van schaamte in een zin. Ze bloosde beschaamd toen ze haar fout toegaf. Hij verontschuldigde zich beschaamd voor zijn gedrag. De leerling keek beschaamd naar de grond terwijl hij door de leraar werd berispt. beschaamd, beschaamd, beschaamd ... Wat is de definitie van beschaamd?
Beschaamd is een bijwoord dat op een beschaamde manier betekent; met een gevoel van schaamte of schuldgevoel. Het wordt gebruikt om iemand te beschrijven die handelt, zich schaamt of zich schuldig voelt, vaak omdat hij of zij iets verkeerd heeft gedaan of een fout heeft gemaakt. Voorbeelden van schaamte in een zin: Ze bloosde beschaamd toen ze haar fout toegaf. Hij verontschuldigde zich beschaamd voor zijn gedrag.
De leerling keek beschaamd naar de grond toen hij door de leraar werd berispt.



