


Boethius: de vader van de westerse logica en zijn blijvende bijdragen
Boethius (ca. 480 – ca. 524) was een Griekse filosoof en wiskundige die leefde in de vroege middeleeuwen. Hij is vooral bekend om zijn werk op het gebied van de logica, met name zijn boek "De Interpretatione" (Over interpretatie), dat wordt beschouwd als een van de belangrijkste werken over logica in de westerse traditie. Boethius werd geboren in Rome en studeerde onder de neoplatonistische filosoof Plutarchus. van Athene. Later werd hij hoogleraar retoriek en filosofie aan de Universiteit van Constantinopel, waar hij veel van zijn beroemdste werken schreef. Naast zijn werk over logica leverde Boethius ook belangrijke bijdragen op andere gebieden, waaronder wiskunde, astronomie en muziek. Hij wordt gecrediteerd voor de ontwikkeling van het concept van 'musica universalis', of de 'muziek van de sferen', die stelt dat de beweging van hemellichamen een goddelijke harmonie creëert die ten grondslag ligt aan de hele schepping. Ondanks zijn vele prestaties werd het leven van Boethius afgebroken toen hij valselijk werd beschuldigd van verraad en gevangengezet. Hij stierf in de gevangenis en zijn werken bleven eeuwenlang grotendeels vergeten. In de Renaissance werden zijn werken echter herontdekt en kregen ze opnieuw invloed, vooral op het gebied van de logica. Tegenwoordig wordt Boethius beschouwd als een van de belangrijkste figuren in de geschiedenis van de westerse filosofie.



