


De geschiedenis en de betekenis van Greenwoods: een uniek bosecosysteem begrijpen
Greenwoods is een term die historisch werd gebruikt om een specifiek type bos of bos te beschrijven dat werd gekenmerkt door een hoog aandeel loofbomen, met name eiken en beuken. Deze bossen stonden bekend om hun dichte bladerdak en rijke onderlaag, die een breed scala aan planten- en dierenleven ondersteunden. De naam ‘greenwood’ komt van het feit dat deze bossen tijdens het groeiseizoen doorgaans dicht bedekt waren met bladeren, waardoor ze een groenachtige kleur kregen. tint. In tegenstelling tot andere soorten bossen, zoals naaldbossen, die worden gedomineerd door groenblijvende bomen die het hele jaar door hun blad behouden, werden groene bossen gekenmerkt door hun seizoensveranderingen in bladbedekking. Groene bossen waren ooit wijdverspreid in een groot deel van Europa en Noord-Amerika, maar veel ervan zijn door de eeuwen heen verloren gegaan of gedegradeerd als gevolg van ontbossing, verstedelijking en andere menselijke activiteiten. Tegenwoordig zijn er in bepaalde regio’s nog steeds overblijfselen van deze bossen te vinden, en er worden pogingen ondernomen om deze te beschermen en te herstellen.



