


Grootouderschap begrijpen en de relatie ervan met familiegeneraties
Grootouderschap verwijst naar de relatie tussen een kleinkind en zijn grootouders. Het kan ook verwijzen naar de collectieve afstammelingen van een bepaalde voorouder of groep voorouders. Als iemand bijvoorbeeld drie kinderen heeft en elk van die kinderen heeft zelf twee kinderen, dan zijn de kleinkinderen van die persoon de zes kinderen van zijn of haar kinderen. In dit geval zijn de kleinkinderen van de persoon de tweede generatie van zijn familie, en zijn grootouders de eerste generatie. Op dezelfde manier: als iemand vier achterkleinkinderen heeft, dan zijn zijn achterkleinkinderen de derde generatie van zijn familie, en zijn achterkleinkinderen overgrootouders zijn de vierde generatie. Over het algemeen bepaalt het aantal generaties tussen een persoon en zijn voorouders of nakomelingen het niveau van de relatie die hij met hem heeft. De ouders van een persoon zijn bijvoorbeeld hun eerstegraads familieleden, terwijl hun grootouders tweedegraads familieleden zijn, enzovoort.



