


Het Saksendom: een krachtige middeleeuwse staat in Midden-Europa
Saksen (Duits: Sachsen) was een middeleeuws gebied in Midden-Europa dat bestond van de 9e tot de 12e eeuw. Het is vernoemd naar de Saksen, een Germaans volk dat zich in de 6e en 7e eeuw in het gebied vestigde. Het Saksengebied bevond zich in wat nu Noord-Duitsland is, vooral in de hedendaagse staten Saksen, Saksen-Anhalt en delen van Nedersaksen en Brandenburg. Het Saksendom werd gevormd in de 9e eeuw toen de Saksische stammen zich verenigden onder de heerschappij van Hertog Hendrik de Fowler, die in 919 de eerste koning van de Duitsers werd. Het gebied werd verdeeld in verschillende kleinere gebieden die werden geregeerd door hertogen en markgraven, die vazallen van de koning waren. Het Saksendom was tijdens de middeleeuwen een machtige en invloedrijke staat en speelde een belangrijke rol in de politiek en cultuur van Europa. Het Saksendom werd gekenmerkt door een feodaal systeem, met de koning aan de top van de sociale hiërarchie, gevolgd door de adel. geestelijken en boeren. Het gebied was overwegend agrarisch, met als belangrijkste gewassen tarwe, gerst en rogge. De Saksen waren ook bekwame ambachtslieden, handelaars en kooplieden, en hun steden waren centra van handel en industrie. Het Saksendom was een belangrijke speler in de religieuze conflicten van de Middeleeuwen. In de 10e eeuw werd de Saksische Kerk opgericht als een afzonderlijke entiteit van de katholieke kerk, en zij speelde een belangrijke rol in de protestantse Reformatie in de 16e eeuw. Het gebied was ook een centrum van kennis en cultuur, met verschillende belangrijke universiteiten en bibliotheken. Over het geheel genomen was het Saksendom een belangrijke staat in middeleeuws Europa, bekend om zijn politieke macht, culturele prestaties en economische welvaart. De erfenis ervan is nog steeds zichtbaar in de hedendaagse deelstaten Saksen en Saksen-Anhalt, die veel van de tradities en gebruiken van hun middeleeuwse voorouders behouden.



