


Impudentie begrijpen: definitie, synoniemen en voorbeelden
Onbeschaamdheid is een zelfstandig naamwoord dat verwijst naar een gebrek aan respect of schaamte, vaak gepaard gaand met durf of durf. Het kan ook verwijzen naar een onbeschaamde of onbeschaamde houding of gedrag. Synoniemen voor onbeschaamdheid zijn onder meer durf, lef, lef en aanmatiging. Antoniemen voor onbeschaamdheid zijn onder meer nederigheid, bescheidenheid en gereserveerdheid. Hier zijn enkele voorbeelden van hoe het woord onbeschaamdheid op verschillende manieren wordt gebruikt. contexten:
“Haar onbeschaamdheid bleek duidelijk uit de manier waarop ze tegen haar baas sprak, alsof ze zijn gelijke was.”
“Hij toonde grote onbeschaamdheid door om loonsverhoging te vragen nadat hij pas een paar maanden bij het bedrijf had gewerkt.”
“ De onbeschaamdheid van de tiener was duidelijk zichtbaar in de manier waarop hij tegen zijn ouders praatte.’ ‘Haar onbeschaamdheid werd beloond met een promotie en een salarisverhoging.’ ‘Zijn onbeschaamdheid jegens zijn collega’s maakte het moeilijk voor hem om met hen om te gaan. .” Concluderend: onbeschaamdheid is een woord dat verwijst naar een gebrek aan respect of schaamte, vaak gepaard gaand met durf of durf. Het kan worden gebruikt om een onbeschaamde of onbeschaamde houding of gedrag te beschrijven, en het kan zowel een positieve als een negatieve connotatie hebben, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.



