


Leidingen in netwerken begrijpen
Bij netwerken is een conduit een pad of medium waarlangs gegevens van het ene netwerk naar het andere stromen. Het kan een fysieke of logische verbinding zijn tussen twee netwerken, zoals een kabel, glasvezelverbinding of virtueel particulier netwerk (VPN). Leidingen worden gebruikt om verschillende netwerken met elkaar te verbinden en ze met elkaar te laten communiceren. Ze kunnen worden gebruikt om netwerken van verschillende typen te verbinden, zoals een lokaal netwerk (LAN) met een WAN (Wide Area Network) of een bedrijfsnetwerk met internet. Enkele veel voorkomende voorbeelden van conduits zijn: 1. Ethernet-kabels: Dit zijn fysieke kabels die apparaten op een LAN met elkaar en met een router of switch verbinden.
2. Glasvezelkabels: Dit zijn fysieke kabels die licht gebruiken om gegevens over lange afstanden tussen apparaten te verzenden.
3. Virtuele particuliere netwerken (VPN's): Dit zijn logische verbindingen waarmee apparaten via internet met elkaar kunnen communiceren alsof ze zich op hetzelfde netwerk bevinden. Frame Relay: Het is een netwerktechnologie die een framegebaseerd communicatiemodel gebruikt om meerdere netwerken met elkaar te verbinden. Asynchrone overdrachtsmodus (ATM): Het is een netwerktechnologie die een celgebaseerd communicatiemodel gebruikt om meerdere netwerken met elkaar te verbinden. Samenvattend is een conduit een pad of medium waarlangs gegevens van het ene netwerk naar het andere stromen. Dit kan fysiek of fysiek zijn. logisch en zorgt ervoor dat verschillende netwerken met elkaar kunnen communiceren.



