


Mors begrijpen: de vele betekenissen van de dood in het Deens
Mors is een Deens woord dat "dood" of "sterven" betekent. Het kan worden gebruikt als zelfstandig naamwoord, werkwoord of bijvoeglijk naamwoord. Als zelfstandig naamwoord verwijst mors naar de staat van dood zijn of de daad van sterven. Bijvoorbeeld:
* Han døde af mors (Hij stierf aan een ziekte).
* Hun er død og har forladt os (Ze is dood en heeft ons verlaten).
Als werkwoord betekent mors "sterven" of "doden" . Bijvoorbeeld:
* Han morsede (hij stierf).
* Jeg har morset ham (ik heb hem vermoord).
Als bijvoeglijk naamwoord kan mors "dodelijk" of "fataal" betekenen. Bijvoorbeeld:
* Det var en morsom sygdom (Het was een dodelijke ziekte).
* Han fik en brok af en kugle (Hij kreeg een fatale schotwond).



