


Niet-nominatieve werkwoorden in de Engelse grammatica begrijpen
Niet-nominatief verwijst naar een type werkwoord dat geen lijdend voorwerp heeft en geen enkele actie of activiteit uitdrukt. Deze werkwoorden worden vaak gebruikt om een staat van zijn of een toestand te beschrijven, in plaats van een actie of gebeurtenis. In de zin 'De hond slaapt' is het werkwoord 'slapen' bijvoorbeeld niet-nominatief omdat het geen lijdend voorwerp heeft en drukt geen actie of activiteit uit. De zin stelt eenvoudigweg dat de hond in slaap is. Andere voorbeelden van niet-nominatieve werkwoorden zijn 'zijn', 'hebben', 'weten' en 'leuk vinden'. Deze werkwoorden worden vaak gebruikt om een staat van zijn of een toestand te beschrijven, in plaats van een actie of gebeurtenis. Nominatieve werkwoorden zijn daarentegen werkwoorden die een object hebben en een actie of activiteit uitdrukken. In de zin 'De hond achtervolgde de kat' is het werkwoord 'achtervolgd' bijvoorbeeld nominatief omdat het een lijdend voorwerp heeft ('de kat') en een actie uitdrukt (de hond achtervolgt de kat).



