


Uw ECG-resultaten begrijpen: wat u moet weten
Een elektrocardiogram (ECG) is een test die de elektrische activiteit van uw hart meet. Het wordt gebruikt voor het diagnosticeren en monitoren van een breed scala aan hartaandoeningen, waaronder hartritmestoornissen, coronaire hartziekte en hartfalen. Tijdens een ECG worden sensoren, elektroden genoemd, op uw huid geplaatst om de elektrische signalen te detecteren die door uw hart worden geproduceerd. Deze signalen worden vervolgens vastgelegd op ruitjespapier of weergegeven op een scherm. De resulterende tracering wordt een ECG-golfvorm genoemd.
De ECG-golfvorm bestaat uit verschillende componenten, waaronder:
1. P-golven: Dit zijn de golven die de elektrische activiteit van de boezems (de bovenste kamers van uw hart) vertegenwoordigen. Het zijn meestal de hoogste golven in het ECG en hebben een specifieke vorm.
2. QRS-complexen: dit zijn de golven die de elektrische activiteit van de ventrikels (de onderste kamers van uw hart) vertegenwoordigen. Ze zijn meestal breder dan de P-golven en hebben een andere vorm.
3. T-golven: Dit zijn de golven die de elektrische activiteit van de ventrikels vertegenwoordigen nadat ze zijn samengetrokken. Ze zijn meestal kleiner dan de QRS-complexen en hebben een specifieke vorm.
4. U-golven: Dit zijn kleine golven die op sommige ECG's te zien zijn, vooral bij kinderen en jonge volwassenen. Er wordt aangenomen dat ze worden veroorzaakt door de elektrische activiteit van de Purkinje-vezels in het hart. Het ECG is een waardevol hulpmiddel voor het diagnosticeren en monitoren van hartaandoeningen, omdat het informatie kan verschaffen over het volgende: 1. Hartslag: Het aantal keren dat uw hart per minuut klopt.
2. Ritme: Het patroon van uw hartslag, inclusief eventuele onregelmatigheden of abnormale ritmes.
3. Hartkameractiviteit: De elektrische activiteit van elke kamer van uw hart, inclusief de boezems en ventrikels. Beschadiging van de hartspier: Eventuele schade aan de hartspier kan worden gedetecteerd door veranderingen in de ECG-golfvorm.
5. Coronaire hartziekte: Een ECG kan tekenen van coronaire hartziekte detecteren, zoals een trage hartslag of abnormale ritmes. Hartfalen: Een ECG kan tekenen van hartfalen detecteren, zoals een vergroot hart of veranderingen in de QRS-complexen.
7. Andere aandoeningen: Een ECG kan ook worden gebruikt voor het diagnosticeren en monitoren van andere aandoeningen, zoals schildklieraandoeningen, verstoorde elektrolytenbalans en neurologische aandoeningen. Over het geheel genomen is het ECG een veilige en niet-invasieve test die waardevolle informatie kan verschaffen over de gezondheid van uw hart. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met andere tests, zoals echocardiografie en stresstests, om een volledig beeld te krijgen van de gezondheid van uw hart.



