


De betekenis van Municipia in het oude Rome
Municipium was een Latijnse term die in het oude Rome werd gebruikt om een stad of stad te beschrijven die een bepaald niveau van autonomie en zelfbestuur had gekregen. De status van municipium werd doorgaans toegekend aan steden die strategisch gelegen waren of een aanzienlijk economisch of cultureel belang hadden, maar niet groot genoeg waren om als grote steden te worden beschouwd. nieuw veroverde gebieden. Ze kregen een zekere mate van zelfbestuur, met een eigen gemeenteraad en het recht om hun eigen functionarissen te kiezen. Ze waren echter nog steeds onderworpen aan het gezag van de Romeinse staat en moesten troepen leveren voor het Romeinse leger als er een beroep op werd gedaan. Enkele voorbeelden van municipia zijn onder meer: Carthago, dat in 122 v.Chr. door Rome de status van municipium kreeg nadat het was veroverd tijdens de Derde Punische Oorlog. Pompeii, dat een municipium was voordat het werd verwoest door de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr. Jerash, gelegen in het hedendaagse Jordanië en werd gesticht als een Romeins municipium in n.Chr. 106.
Over het geheel genomen was de status van municipium een manier voor de Romeinse regering om controle uit te oefenen over strategische locaties en tegelijkertijd een zekere mate van lokale autonomie en zelfbestuur mogelijk te maken.



