De geschiedenis en betekenis van Pitsaw: een handaangedreven zaag voor het zagen van hout

Pitsaw (ook wel gespeld als pitzaag of putzaag) is een soort handaangedreven zaag die in het verleden werd gebruikt voor het zagen van hout. Het bestaat uit een stijf frame met twee armen, waarvan het ene uiteinde een mes vasthoudt en het andere uiteinde een handvat heeft waar de gebruiker zich aan kan vasthouden. Het blad is meestal gemaakt van metaal en wordt tussen de twee armen gespannen, waardoor het heen en weer kan bewegen als de gebruiker het handvat naar zich toe trekt. Pitzagen werden in de 18e en 19e eeuw vaak gebruikt door houtbewerkers en timmerlieden om groot hout in stukken te zagen. kleinere stukken. Ze waren vooral handig voor het doorzagen van hardhout zoals eiken en esdoorn, dat destijds moeilijk te zagen was met andere soorten zagen. De pitsaw werd ook gebruikt in de houtkapindustrie om bomen te vellen en in boomstammen te zagen voor transport naar zagerijen. Tegenwoordig worden pitsaws niet langer op grote schaal gebruikt vanwege de beschikbaarheid van meer geavanceerde elektrische gereedschappen zoals kettingzagen en cirkelzagen. Ze blijven echter een belangrijk onderdeel van de houtbewerkingsgeschiedenis en worden nog steeds door sommige ambachtslieden en historici gebruikt voor demonstraties en reproducties van antiek meubilair.