


De geschiedenis en het medicinale gebruik van Abrotine
Abrotine is een naam die in het verleden werd gebruikt om te verwijzen naar een soort geneeskrachtige plant, met name de Artemisia absinthium, ook wel alsem genoemd. De term 'abrotine' komt van het Griekse woord 'abros', wat 'bitter' betekent, en werd gebruikt om planten met een bittere smaak te beschrijven. In de traditionele geneeskunde werd abrotine gebruikt om een verscheidenheid aan aandoeningen te behandelen, waaronder koorts, spijsverteringsproblemen, en ademhalingsproblemen. Men geloofde ook dat het antiseptische en ontstekingsremmende eigenschappen had, en werd soms gebruikt als ingrediënt in kruidengeneesmiddelen voor wonden en huidaandoeningen. Het is echter belangrijk op te merken dat het gebruik van abrotine als medicinale plant grotendeels is stopgezet vanwege de potentiële toxiciteit ervan. De plant bevat een hoog gehalte aan thujon, een chemische stof die hallucinaties, toevallen en andere nadelige effecten kan veroorzaken als deze in grote hoeveelheden wordt geconsumeerd. Als zodanig wordt het niet aanbevolen om abrotine voor medicinale doeleinden te gebruiken zonder begeleiding van een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg.



