


De Tarsus begrijpen: anatomie en functie
TARS (Tarsus) is een term die in de anatomie wordt gebruikt om te verwijzen naar het achterbeen of de achterpoot van een dier, inclusief mensen. Het woord "tars" komt van het Griekse woord "ταρσός" (tarsos), wat "enkel" betekent. In de menselijke anatomie is de tarsus het gebied tussen de knie en de enkel, bestaande uit zeven botten die de achtervoet vormen. Deze botten omvatten de talus, calcaneus, kubusvormig, hoefkatrolbeen en drie spijkerschriftbeenderen. De tarsus speelt een cruciale rol bij het dragen van het gewicht en ondersteunt het lichaamsgewicht tijdens staan en lopen. In de veterinaire anatomie wordt de term 'tarsus' ook gebruikt om te verwijzen naar het achterbeen van dieren, zoals paarden, runderen en schapen. Bij deze soorten bestaat de tarsus uit de middenvoetsbeentjes, die vergelijkbaar zijn met de lange botten van de menselijke voet, en de vingerkootjes, die de tenen vormen. Over het algemeen is de tarsus een belangrijke structuur in zowel de menselijke als de dierlijke anatomie en biedt ondersteuning en stabiliteit voor het lichaamsgewicht en het vergemakkelijken van beweging.



