


Hebzucht en hebzucht begrijpen: definitie, synoniemen en antoniemen
Hebzuchtig betekent een overmatig verlangen naar winst of materiële rijkdom. Het kan ook verwijzen naar iemand die hebzuchtig of hebzuchtig is. Voorbeeld: "Ze werd ervan beschuldigd hebzuchtig te zijn en alleen om geld te geven." Synoniemen: hebzuchtig, hebzuchtig, hebzuchtig, hebzuchtig, huurling. Antoniemen: genereus, onzelfzuchtig, altruïstisch, onbaatzuchtig, liefdadig.
2. Wat is de betekenis van hebzucht? Gierigheid betekent een buitensporig verlangen om meer te verwerven of te bezitten dan nodig of redelijk is. Het kan ook verwijzen naar de liefde voor geld of materiële rijkdom. Voorbeeld: "Zijn hebzucht bracht hem ertoe riskante investeringen te doen die uiteindelijk mislukten." Synoniemen: hebzucht, hebzucht, hebzucht, roofzucht, vraatzucht. Antoniemen: gematigdheid, soberheid, eenvoud, vrijgevigheid. , zelfverloochening.
3. Wat is het verschil tussen hebzuchtig en hebzuchtig? Hebzuchtig is een bijvoeglijk naamwoord dat wordt gebruikt om een persoon te beschrijven die buitensporig verlangt naar winst of materiële rijkdom, terwijl hebzucht een zelfstandig naamwoord is dat verwijst naar de liefde voor geld of materiële rijkdom. Samenvattend is hebzuchtig een woord dat wordt gebruikt om iemand te beschrijven die hebzuchtig of hebzuchtig is, terwijl gierigheid de eigenschap is van een buitensporig verlangen naar rijkdom of materiële bezittingen.



