


Kants ontranscendente en transcendentale concepten begrijpen
In de context van Kants filosofie verwijst 'niet-transcendentaal' naar iets dat niet buiten de grenzen van de menselijke ervaring en begrip ligt. Met andere woorden, het is iets dat gekend of begrepen kan worden via onze gewone menselijke vermogens, zonder de noodzaak van enige speciale openbaring of bovennatuurlijk inzicht. ‘Transcendentaal’ verwijst daarentegen naar iets dat buiten de grenzen van de menselijke ervaring en begrip ligt. en kan alleen gekend worden via een hogere of goddelijke bron van kennis. Volgens Kant wordt het bestaan van God bijvoorbeeld als transcendentaal beschouwd omdat het niet alleen door de rede kan worden bewezen, maar eerder een sprong in het diepe vereist. Kortom, niet-transcendentaal verwijst naar dingen die binnen het domein van het menselijk begrip en de menselijke ervaring liggen. , terwijl transcendentaal verwijst naar dingen die buiten deze grenzen liggen.



