


Niet-adventieve en adventieve eigenschappen begrijpen
Niet-adventief verwijst naar iets dat niet aanvullend of extrinsiek is, maar eerder inherent of intrinsiek. Het kan worden gebruikt om een kwaliteit of kenmerk te beschrijven die eigen of aangeboren is voor een bepaald ding, in plaats van dat deze later wordt verworven of toegevoegd. Als bijvoorbeeld wordt beschreven dat iemand een niet-avontuurlijk gevoel voor humor heeft, betekent dit dat zijn of haar gevoel voor humor is natuurlijk en aangeboren voor hen, in plaats van iets te zijn dat ze van anderen hebben geleerd of overgenomen. Onvoorzien verwijst daarentegen naar iets dat aanvullend of extrinsiek is, zoals een kwaliteit of kenmerk dat later wordt verworven of toegevoegd. Als iemand bijvoorbeeld een nieuwe vaardigheid of gewoonte verwerft die niet inherent is aan hem of haar, wordt dit als een onvoorziene eigenschap beschouwd.



