


Subprocessen begrijpen: functies, gebruiksscenario's en best practices
Een subproces is een afzonderlijk proces dat door het hoofdproces wordt aangemaakt om een specifieke taak uit te voeren. Het hoofdproces maakt het subproces aan en geeft er een aantal gegevens of bronnen aan door, waarna het subproces zijn taak uitvoert en de resultaten terugstuurt naar het hoofdproces. Subprocessen zijn handig als u op de achtergrond een langlopende bewerking moet uitvoeren terwijl u doorgaat met andere taken in het hoofdproces uitvoeren. Ze kunnen ook worden gebruikt om externe programma's of scripts uit te voeren, of om taken uit te voeren waarvoor andere bevoegdheden of omgevingen nodig zijn dan het hoofdproces.
Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van subprocessen:
1. Aparte geheugenruimte: Elk subproces heeft zijn eigen geheugenruimte, waardoor het niet rechtstreeks toegang heeft tot het geheugen van het hoofdproces. Ze kunnen echter communiceren via leidingen, bestanden of socketverbindingen.
2. Losgekoppelde processen: Subprocessen kunnen in ontkoppelde modus worden uitgevoerd, wat betekent dat ze blijven draaien, zelfs nadat het hoofdproces is afgesloten. Dit is handig voor het uitvoeren van langlopende bewerkingen op de achtergrond.
3. Pijplijnen: Subprocessen kunnen aan elkaar worden gekoppeld in een pijplijn, waarbij de uitvoer van het ene proces wordt doorgegeven als invoer voor het volgende proces. Communicatie: Subprocessen kunnen met elkaar communiceren via leidingen, bestanden of socketverbindingen.
5. Flexibiliteit: Subprocessen kunnen worden gemaakt met behulp van verschillende programmeertalen en raamwerken, zoals Python, C++ of shellscripts.
6. Beveiliging: Subprocessen kunnen andere bevoegdheden en omgevingen hebben dan het hoofdproces, waardoor ze nuttig zijn voor het uitvoeren van taken waarvoor verschillende beveiligingsinstellingen nodig zijn. Enkele veelvoorkomende gebruiksscenario's voor subprocessen zijn: 1. Externe programma's of scripts uitvoeren: Subprocessen kunnen worden gebruikt om externe programma's of scripts uit te voeren die niet beschikbaar zijn in het hoofdproces.
2. Langlopende bewerkingen uitvoeren: Subprocessen kunnen worden gebruikt om langlopende bewerkingen op de achtergrond uit te voeren, terwijl andere taken in het hoofdproces worden uitgevoerd.
3. Communiceren met andere systemen: Subprocessen kunnen worden gebruikt om te communiceren met andere systemen of services, zoals databases of web-API's.
4. Taken uitvoeren met andere bevoegdheden: Subprocessen kunnen worden gebruikt om taken uit te voeren waarvoor andere bevoegdheden of omgevingen nodig zijn dan het hoofdproces. Workflows implementeren: Subprocessen kunnen worden gebruikt om complexe workflows te implementeren die meerdere stappen en taken omvatten.



