


Superconcurrentie in het bedrijfsleven begrijpen: een gids voor strategie en beleid
Supercompetitie is een concept dat werd geïntroduceerd door de Franse econoom Jean Tirole in zijn boek “The Theory of Corporate Finance”. Het verwijst naar een situatie waarin een bedrijf een aanzienlijk marktaandeel heeft en een sterke invloed op de markt kan uitoefenen, maar niet noodzakelijkerwijs het grootste of meest winstgevende bedrijf in de sector is. In een supercompetitieve markt zijn er doorgaans meerdere grote bedrijven die intensief met elkaar concurreren, en de markt wordt gekenmerkt door een hoog niveau van innovatie, investeringen en prijsconcurrentie. De bedrijven op deze markt kunnen aanzienlijke schaal- en reikwijdtevoordelen hebben, waardoor ze goederen en diensten kunnen produceren tegen lagere kosten en prijzen dan kleinere bedrijven. De hevige concurrentie betekent echter dat de winsten voor individuele bedrijven lager kunnen zijn dan op een minder competitieve markt. Superconcurrentie kan worden waargenomen in sectoren als de technologie, waar bedrijven als Apple, Google en Amazon grote marktaandelen hebben en voortdurend innoveren en met elkaar concurreren om voorop te blijven. Het komt ook vaak voor in bedrijfstakken met hoge toetredingsdrempels, zoals de telecommunicatie of de energiesector, waar een paar grote bedrijven de markt domineren. Het concept van superconcurrentie heeft belangrijke implicaties voor de bedrijfsstrategie en het beleid. Bedrijven die op een supercompetitieve markt opereren, moeten zich mogelijk concentreren op innovatie en differentiatie om zich te onderscheiden van hun concurrenten en hun marktaandeel te behouden. Bovendien moeten toezichthouders mogelijk stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de markt concurrerend blijft en dat geen enkel bedrijf de markt kan domineren ten nadele van de consumenten.



