


Wat is een gedistribueerd datanetwerk (DDN)?
DDN staat voor Distributed Data Network. Het is een type netwerkarchitectuur dat is ontworpen om grote hoeveelheden gegevens op meerdere knooppunten of locaties op te slaan en te beheren. Het doel van een DDN is het bieden van een zeer beschikbare, schaalbare en fouttolerante infrastructuur voor het opslaan en benaderen van gegevens. Een DDN bestaat doorgaans uit meerdere knooppunten, die elk een deel van de totale gegevens opslaan. Hierdoor kan het netwerk blijven functioneren, zelfs als een of meer knooppunten uitvallen of offline gaan. De knooppunten in een DDN kunnen geografisch verspreid zijn, wat een grotere flexibiliteit en redundantie mogelijk maakt op het gebied van gegevensopslag en -toegang. DDN's worden vaak gebruikt in big data-applicaties zoals Hadoop-, Spark- en NoSQL-databases, maar ook in cloud computing-omgevingen. Ze worden ook gebruikt in high-performance computing-toepassingen (HPC), zoals wetenschappelijke simulaties en machinaal leren. Enkele van de belangrijkste voordelen van het gebruik van een DDN zijn onder meer: Schaalbaarheid: een DDN kan grote hoeveelheden gegevens verwerken en kan worden uitgebreid om te voldoen aan de groeiende opslagbehoeften.
* Hoge beschikbaarheid: een DDN biedt meerdere knooppunten voor het opslaan van gegevens, wat ervoor zorgt dat het netwerk beschikbaar blijft, zelfs als een of meer knooppunten uitvallen.
* Fouttolerantie: een DDN kan blijven functioneren, zelfs als een of meer knooppunten uitvallen of ga offline.
* Redundantie: Een DDN biedt redundante opslag van gegevens, wat ervoor zorgt dat gegevens niet verloren gaan in het geval van een storing.
Over het geheel genomen is een DDN een krachtig hulpmiddel voor het beheren van grote hoeveelheden gegevens en het bieden van hoge beschikbaarheid, schaalbaarheid en fouttolerantie in big data-toepassingen.



