


Bacchus: de Romeinse god van wijn, feestvreugde en dronkenschap
Bacchus is de Romeinse god van wijn, feestvreugde en dronkenschap. Hij staat ook bekend als de Griekse god Dionysus. In de mythologie werd Bacchus geboren uit de god Zeus en de sterfelijke Semele. Zijn vader, Zeus, was niet blij met de zwangerschap van zijn vrouw en probeerde deze te voorkomen door zich als sterveling te vermommen en haar te verleiden. Semele ontdekte uiteindelijk echter de ware identiteit van Zeus en werd gedood door een bliksemschicht als straf voor haar overmoed. Bacchus werd opgevoed door de godin Athena en groeide uit tot een machtige en gerespecteerde godheid. Hij stond bekend om zijn liefde voor feesten, muziek en wijn, en werd vaak afgebeeld met een kroon van wijnstokken en druiven, met een thyrsus (een staf gemaakt van een wijnstengel) in zijn hand en vergezeld door een groep maenaden (vrouwelijke volgelingen die door zijn aanwezigheid in een staat van extatische waanzin gedreven). Bacchus werd ook geassocieerd met de bevrijding van de mensheid van onderdrukkende regels en conventies, en werd vaak afgeschilderd als een voorvechter van vrijheid en individualisme. Zijn aanbidding omvatte uitgebreide rituelen en ceremonies, waaronder de consumptie van grote hoeveelheden wijn, waarvan werd aangenomen dat het een staat van spirituele extase en verbinding met het goddelijke teweegbracht. In moderne tijden wordt de naam Bacchus gebruikt om te verwijzen naar alles wat geassocieerd met feestvreugde, overdaad of toegeeflijkheid, zoals een bacchanale orgie of een wild en extravagant feest.



