De antisofist: tegengestelde wijsheid in de oude Griekse filosofie

Antisofist (Grieks: ἀντισοφιστής, "tegen wijsheid") is een term die in de oude Griekse filosofie wordt gebruikt om iemand te beschrijven die zich tegen wijsheid verzet of de spot drijft. Het woord is afgeleid van de combinatie van twee Griekse woorden: 'anti' (wat 'tegen' of 'tegenover' betekent) en 'sophia' (wat 'wijsheid' betekent). In het oude Griekenland waren sofisten rondreizende leraren die van stad naar stad reisden , die hun diensten aanbieden als docenten en debaters. Ze stonden bekend om hun retorische vaardigheden en hun vermogen om overtuigende argumenten te geven over een breed scala aan onderwerpen. Sommige filosofen, zoals Socrates en Plato, bekritiseerden de sofisten echter vanwege hun nadruk op retoriek en hun gebrek aan zorg voor ware wijsheid of morele waarden. Een antisofist zou dus iemand zijn die het niet eens is met de leringen van de sofisten en zich verzet tegen hun leringen. methoden van argumentatie. Antisofisten zouden kunnen betogen dat de sofisten meer geïnteresseerd zijn in het winnen van debatten dan in het zoeken naar de waarheid, of dat ze gemotiveerd worden door eigenbelang in plaats van door een verlangen naar wijsheid. In de moderne tijd wordt de term ‘antisofist’ niet vaak gebruikt, maar het concept van tegengestelde of spottende wijsheid is nog steeds terug te vinden in verschillende vormen van kritiek en satire.