


De kracht en gevaren van Golem: onderzoek naar de joodse mythologie en kunstmatige levensvormen
Golem (Hebreeuws: גולם, meervoud: golemim) is een wezen uit de joodse mythologie waarvan wordt gezegd dat het is geschapen uit levenloze materie, zoals klei of stof, en tot leven is gebracht door religieuze rituelen of magie. Het woord ‘golem’ zelf komt van het Hebreeuwse woord ‘gelem’, wat ‘grondstof’ betekent. Maharal van Praag. Volgens het verhaal creëerde rabbijn Loew een golem uit klei om de Joodse gemeenschap van Praag tegen vervolging te beschermen. Hij schreef het woord "emet" (waarheid) op het voorhoofd van de golem, waardoor deze tot leven kwam. De golem werd uiteindelijk echter oncontroleerbaar en moest worden gedeactiveerd door de eerste letter van het woord 'emet' te wissen, waardoor alleen het woord 'met' (dood) overbleef. Golems worden vaak geassocieerd met het idee om kunstmatige levensvormen of robots te creëren. en zijn in de literatuur en de populaire cultuur gebruikt als metafoor voor de gevaren van het voor God spelen of het knoeien met krachten die buiten de menselijke controle liggen. Ze vertegenwoordigen ook de kracht van het geloof en de grenzen van de menselijke kennis en begrip.



