


Niet-geïncarneerde wezens begrijpen in spiritualiteit en filosofie
In de context van spiritualiteit en filosofie verwijst ‘niet-geïncarneerd’ naar iets dat geen fysiek lichaam of vorm heeft. Het kan worden gebruikt om entiteiten, energieën of bewustzijnen te beschrijven die buiten het materiële rijk bestaan en geen fysieke aanwezigheid bezitten. In veel spirituele tradities wordt het concept van niet-geïncarneerde wezens geassocieerd met hogere bestaansgebieden, zoals het spirituele rijk of het rijk van puur bewustzijn. Van deze wezens wordt vaak gezien dat ze een verfijnder of hoger bewustzijnsniveau hebben dan mensen, en er kan worden aangenomen dat ze over grotere wijsheid, macht of begrip beschikken. Enkele voorbeelden van niet-geïncarneerde wezens waarnaar in spirituele tradities gewoonlijk wordt verwezen, zijn: en aartsengelen...* Deva's en andere hemelse wezens...* Geestgidsen en geascendeerde meesters...* Het goddelijke of opperwezen...* Het collectieve bewustzijn of de universele geest... In tegenstelling tot geïncarneerde wezens, die wezens zijn die een fysiek lichaam hebben aangenomen en in de materiële wereld leven, Van niet-geïncarneerde wezens wordt vaak gezien dat ze een meer transcendente of buitenaardse aard hebben. Er kan worden aangenomen dat ze bestaan buiten de beperkingen van tijd en ruimte, en dat ze vermogens en kwaliteiten bezitten die niet beschikbaar zijn voor geïncarneerde wezens.



