


Onthulling van neushoorns: uitgestorven zoogdieren met een opvallende schedelvorm en hoorn
Rhinocerotoïde is een term die in de paleontologie wordt gebruikt om een groep uitgestorven zoogdieren te beschrijven die verwant zijn aan moderne neushoorns. Deze dieren leefden tijdens de tijdperken van het Eoceen en het Oligoceen, die ongeveer 50-34 miljoen jaar geleden plaatsvonden. Neushoorns werden gekenmerkt door hun kenmerkende schedelvorm en de aanwezigheid van een hoorn op hun neus. Het waren herbivoren en voedden zich waarschijnlijk met planten zoals grassen en bladeren. Sommige neushoorns waren behoorlijk groot, en sommige soorten bereikten de grootte van een moderne olifant. Een van de bekendste neushoorns is het geslacht Paraceratherium, dat tijdens het Oligoceen in Azië en Afrika leefde. Dit dier was ongeveer 2 meter hoog bij de schouder en woog ongeveer 4 ton. Het had een lange, smalle schedel met een kenmerkende hoorn op zijn neus, en zijn lichaam was bedekt met een dikke laag bont. Andere voorbeelden van neushoorns zijn onder meer het geslacht Teleoceras, dat tijdens het Eoceen in Noord-Amerika leefde, en het geslacht Amynodont. , die tijdens het Oligoceen in Afrika en Azië leefden. Over het geheel genomen waren neushoorns een interessante groep zoogdieren die een belangrijke rol speelden in de evolutie van moderne neushoorns en andere hoefdieren.



