Wat is een locus in de genetica?

In de genetica verwijst een locus (meervoud: loci) naar de specifieke locatie of positie van een gen of genetische eigenschap op een chromosoom. Een locus kan worden gezien als een ‘adres’ waar een bepaald gen zich bevindt binnen de lange DNA-sequentie waaruit een chromosoom bestaat. Het menselijk genoom bevat bijvoorbeeld duizenden genen, elk gelokaliseerd op een specifieke locus op een van de 23 paar chromosomen. Elke locus heeft een uniek adres, bekend als een ‘chromosomale locatie’, dat wordt gebruikt om de specifieke positie van een gen of ander genetisch element binnen het genoom te identificeren. De term ‘locus’ wordt vaak gebruikt in de wetenschappelijke literatuur en in gesprekken tussen genetici en andere wetenschappers die genetica bestuderen. Het is een handige manier om te verwijzen naar de specifieke locatie van een gen of ander genetisch kenmerk binnen het genoom, zonder dat je een lange en complexe beschrijving van de chromosomale locatie hoeft te geven. Iemand zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: 'het gen voor blauwe ogen bevindt zich op locus 1q21" om aan te geven dat het gen zich op chromosoom 1 op positie 21 bevindt. Deze informatie kan nuttig zijn bij het begrijpen van de overervingspatronen van bepaalde eigenschappen, maar ook bij het identificeren van genetische variaties die mogelijk verband houden met specifieke ziekten of aandoeningen.