


Wat is niet-vloeibaar maken? Definitie, voorbeelden en eigenschappen
Niet-vloeibaar maken verwijst naar een stof die bij verhitting niet smelt of vloeibaar wordt. Met andere woorden: het blijft stevig, zelfs bij hoge temperaturen. Dit in tegenstelling tot vloeistoffen, die wel smelten en vloeibaar worden bij verhitting.
Voorbeelden van niet-vloeibare stoffen zijn:
1. Metalen: De meeste metalen smelten niet en worden niet vloeibaar bij verhitting. In plaats daarvan ondergaan ze een proces dat 'transformatie in vaste toestand' wordt genoemd, waarbij ze hun kristalstructuur veranderen zonder vloeibaar te worden. Keramiek: Veel keramische materialen smelten niet en worden niet vloeibaar bij verhitting. In plaats daarvan ondergaan ze een proces dat 'korrelgroei' wordt genoemd, waarbij de kristallen in het materiaal groter worden naarmate het wordt verwarmd. Polymeren: Sommige polymeren, zoals polycarbonaat en polyurethaan, smelten niet en worden niet vloeibaar bij verhitting. In plaats daarvan ondergaan ze een proces dat 'thermische afbraak' wordt genoemd, waarbij ze worden afgebroken tot kleinere moleculen zonder vloeibaar te worden. Glazen: Glazen zijn niet-vloeibare materialen die bij verhitting niet smelten of vloeibaar worden. In plaats daarvan ondergaan ze een proces dat 'viscoplastische stroming' wordt genoemd, waarbij ze plastisch vervormen zonder vloeibaar te worden. Over het algemeen zijn niet-vloeibare stoffen doorgaans stijver en minder flexibel dan vloeistoffen. Ze hebben ook de neiging hogere smeltpunten te hebben en beter bestand te zijn tegen warmteoverdracht.



