


Arhats in het boeddhisme begrijpen
Arhats (Sanskriet: āryas, Pali: ariyas) zijn individuen die verlichting of zelfrealisatie hebben bereikt in het boeddhisme. De term 'arhat' is afgeleid van het Sanskrietwoord 'ārya', wat 'nobel' of 'verheven' betekent. In vroege boeddhistische teksten verwees de term naar degenen die het hoogste niveau van spirituele ontwikkeling hadden bereikt en werden beschouwd als ‘nobele’ of ‘verheven’ wezens. In het Theravada-boeddhisme zijn arhats individuen die de staat van verlichting (of nirvana) hebben bereikt. ) en alle verontreinigingen en gehechtheden hebben overwonnen. Ze worden beschouwd als perfect in hun begrip van de Vier Edele Waarheden en hebben alle hunkering en afkeer geëlimineerd. Arhats worden niet beschouwd als godheden of bovennatuurlijke wezens, maar eerder als gewone individuen die door hun eigen inspanningen een buitengewoon niveau van spirituele ontwikkeling hebben bereikt. In het Mahayana-boeddhisme wordt de term ‘arhat’ soms gebruikt om te verwijzen naar individuen die een hoge mate van spirituele ontwikkeling hebben bereikt. niveau van spirituele realisatie, maar het wordt ook breder gebruikt om te verwijzen naar iedereen die het boeddhistische pad heeft beoefend en een zekere mate van verlichting heeft bereikt. In deze context worden arhats gezien als wezens die negatieve emoties en gehechtheden hebben overwonnen en een gevoel van mededogen en wijsheid hebben ontwikkeld. Over het algemeen benadrukt het concept van arhats in het boeddhisme het idee dat verlichting een mogelijkheid is voor alle individuen, ongeacht hun achtergrond of omstandigheden. Het benadrukt het potentieel voor elke persoon om een diepgaand niveau van spirituele ontwikkeling te bereiken en een leven van wijsheid, mededogen en bevrijding te leiden.



