


De erfenis van Amalek in de Joodse geschiedenis en cultuur
Amalek (Hebreeuws: עמלק, Amalak) is een natie die in de Hebreeuwse Bijbel wordt genoemd als een van de vijanden van de Israëlieten. De naam ‘Amalek’ is afgeleid van het Hebreeuwse woord ‘amal’, wat ‘oorlog voeren’ betekent. Er wordt gezegd dat Amalek en zijn nakomelingen in het land Havila hebben gewoond, dat vlakbij de grens van Kanaän en Edom lag. De eerste vermelding van Amalek in de Bijbel staat in Genesis 36:12, waar geschreven staat dat ‘Esau vrouwen nam’. van de dochters van Kanaän: Adah, de dochter van Elon de Hethiet, en Oholibama, de dochter van Ana, de dochter van Zibeon de Hiviet; en Basemath, de dochter van Ismaël, zuster van Nebajoth.’ In Exodus 17:8-16 zijn de Israëlieten door God bevolen om oorlog te voeren tegen Amalek, die hen zonder provocatie had aangevallen. De Israëlieten wonnen deze strijd, maar ze mochten niet vergeten wat Amalek hen had aangedaan. In Deuteronomium 25:19 staat geschreven dat “Amalek de eerste van de naties zal zijn die gij zult vernietigen.” Door de Joodse geschiedenis heen is Amalek gezien als een symbool van kwaad en onderdrukking, en gebruikt als metafoor voor degenen die die proberen het Joodse volk schade toe te brengen. In de Talmoed staat geschreven dat "de herinnering aan Amalek ons altijd voor ogen staat" (Berachot 27b), en in de Misjna staat dat "Amalek geen plaats heeft in de komende wereld" (Misjna Sanhedrin 10:5). .
In moderne tijden wordt de term ‘Amalek’ door sommige extremistische groeperingen gebruikt om daden van terrorisme en geweld tegen Joden te rechtvaardigen. Het is echter belangrijk op te merken dat dit gebruik niet wordt ondersteund door het reguliere jodendom en algemeen wordt beschouwd als een verkeerde interpretatie van het bijbelverhaal.



