


Het belang van jungles en hun betekenis in het ecosysteem
Jungle is een dicht bos of struikgewas van bomen en ondergroei in een tropisch of subtropisch gebied. Het wordt gekenmerkt door veel regenval, hoge temperaturen en een rijke verscheidenheid aan planten- en dierenleven. De term 'jungle' kan ook breder worden gebruikt om te verwijzen naar elk dichtbegroeid gebied, ongeacht de locatie of het klimaat. Jungles worden in veel delen van de wereld aangetroffen, waaronder Midden- en Zuid-Amerika, Afrika, Azië en Australië. Ze herbergen een breed scala aan planten en dieren, waaronder veel soorten die nergens anders op aarde voorkomen. Enkele voorbeelden van jungleplanten zijn hoge bomen zoals mahonie en kapok, wijnstokken zoals lianen en klimplanten, en bloeiende planten zoals orchideeën en heliconia. Jungles bieden belangrijke leefgebieden voor veel diersoorten, waaronder apen, luiaards, jaguars, olifanten en krokodillen. . Ze spelen ook een cruciale rol bij het reguleren van het klimaat en het handhaven van de gezondheid van de bodem, en ze zijn een belangrijke bron van hout, geneeskrachtige planten en andere natuurlijke hulpbronnen. Oerwouden zijn echter ook kwetsbaar voor ontbossing, fragmentatie en andere vormen van vernietiging van leefgebieden, wat ernstige gevolgen kan hebben voor de planten en dieren die er leven.



