


Iatrochemie begrijpen: een medische praktijk uit de 17e eeuw
Iatrochemie was een medische praktijk die ontstond in de 17e eeuw en bleef bestaan tot het einde van de 19e eeuw. Het combineerde elementen van zowel scheikunde als geneeskunde, en omvatte het gebruik van chemische stoffen om ziekten te behandelen. De term ‘iatrochemie’ komt van de Griekse woorden ‘iatros’, wat arts betekent, en ‘chemia’, wat alchemie of scheikunde betekent. om een goede gezondheid te behouden. Ze gebruikten verschillende chemische stoffen, zoals kwik, lood en opium, om ziekten te behandelen door de balans van deze lichaamsvochten te veranderen. Ze geloofden ook in het concept van ‘temperamenten’, of het idee dat bepaalde persoonlijkheidskenmerken en fysieke kenmerken werden bepaald door de overheersing van bepaalde lichaamsvochten. goud en om het levenselixer te ontdekken. Veel iatrochemici geloofden dat de geheimen van de alchemie de sleutel vormden tot het begrijpen van de mysteries van de menselijke gezondheid en ziekte. Hoewel iatrochemie tegenwoordig misschien een vreemde en archaïsche praktijk lijkt, was het ooit een gerespecteerde en wijdverbreid beoefende medische traditie. In feite worden veel van de chemische stoffen die door iatrochemici worden gebruikt nog steeds gebruikt in de moderne geneeskunde, hoewel hun toepassingen en effecten nu veel beter worden begrepen.



