


Trikaya begrijpen: de drie lichamen van een godheid in het hindoeïsme en het boeddhisme
Trikaya (Sanskriet: त्रिकाय, Trikāya) is een term die in het hindoeïsme en het boeddhisme wordt gebruikt om de drie lichamen of aspecten van een godheid of een spiritueel wezen te beschrijven. De drie lichamen zijn:
1. Nirmanakaya (Sanskriet: निर्माणकाय, Nirmāṇakāya): het fysieke lichaam of de manifestatie van de godheid in de materiële wereld.
2. Sambhogakaya (Sanskriet: सम्भोगकाय, Sambhoga-kāya): het lichaam van gelukzaligheid of het aspect van de godheid dat plezier en genot ervaart. Dharmakaya (Sanskriet: धर्मकाय, Dharma-kāya): het lichaam van de werkelijkheid of het aspect van de godheid dat de ultieme waarheid en realiteit vertegenwoordigt.
In het hindoeïsme worden de drie lichamen vaak geassocieerd met de drie aspecten van de god Vishnu: zijn fysieke vorm als Krishna, zijn pleziervorm als Heer Narayana, en zijn spirituele vorm als de ultieme realiteit. In het boeddhisme worden de drie lichamen geassocieerd met de drie stadia van verlichting: het fysieke lichaam van een Boeddha, het lichaam van gelukzaligheid en genot, en het lichaam van de ultieme realiteit. Het concept van trikaya wordt gebruikt om de verschillende aspecten van het goddelijke te beschrijven. en om het idee te benadrukken dat het goddelijke het menselijke bevattingsvermogen te boven gaat en niet kan worden gereduceerd tot een enkel aspect of vorm. Het benadrukt ook het idee dat het goddelijke in alle dingen aanwezig is en dat alles met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk is.



