


De praktijk van Vairagi in oosterse religies en spirituele tradities
Vairagi is een Sanskrietwoord dat ‘verzaking’ of ‘onthechting’ betekent. In het hindoeïsme verwijst het naar de praktijk van het opgeven van gehechtheid aan wereldse dingen en verlangens om zich te concentreren op spirituele bezigheden. In de context van het jainisme wordt vairagi gebruikt om een monnik of non te beschrijven die afstand heeft gedaan van alle wereldse bezittingen en gehechtheden om om een leven van spirituele zuivering en zelfrealisatie te leiden. Van Vairagi's wordt verwacht dat ze een strikte gedragscode volgen en bepaalde geloften nakomen, zoals geweldloosheid, waarachtigheid en celibaat. In de context van het boeddhisme wordt vairagi gebruikt om een monnik of non te beschrijven die afstand heeft gedaan van alle wereldse bezittingen en gehechtheden in om een leven van spirituele zuivering en zelfrealisatie te leiden. Van Vairagi's wordt verwacht dat ze een strikte gedragscode volgen en bepaalde geloften nakomen, zoals geweldloosheid, waarachtigheid en celibaat. In de context van het hindoeïsme wordt vairagi gebruikt om een persoon te beschrijven die afstand heeft gedaan van alle wereldse bezittingen en gehechtheden om leef een leven vol spirituele bezigheden. Van Vairagi’s wordt verwacht dat ze een strikte gedragscode volgen en bepaalde geloften nakomen, zoals geweldloosheid, waarachtigheid en celibaat. Over het geheel genomen staat het concept van vairagi centraal in veel oosterse religies en spirituele tradities, en het impliceert de praktijk van onthechting van wereldse dingen en verlangens om zich te concentreren op spirituele bezigheden en zelfrealisatie.



