


De geschiedenis en betekenis van flagellantisme in middeleeuws Europa
Het flagellantisme was een wijdverbreide religieuze en sociale beweging die tijdens de middeleeuwen in Europa ontstond, vooral in de 13e en 14e eeuw. Er waren processies van boetelingen bij betrokken, vaak op blote voeten en zichzelf slaand met dorsvlegels of kettingen, die door dorpen en steden paradeerden om voor hun zonden te boeten en goddelijke genade te zoeken. Het woord 'flagellant' komt van het Latijnse woord 'flagellum', wat 'flagellum' betekent. zweep." De beweging werd gekenmerkt door haar nadruk op zelfkastijding en boetedoening als een manier om spirituele zuivering en verlossing te bereiken. Flagellanten geloofden dat ze, door zichzelf fysieke pijn toe te brengen, voor hun zonden konden boeten en vergeving van God konden verdienen. Flagellantisme was geen enkele georganiseerde religie of sekte, maar eerder een los netwerk van individuen en groepen die bepaalde overtuigingen en praktijken deelden. Het was vooral populair onder de arme en gemarginaliseerde groepen in de steden, die in het flagellantisme een manier zagen om hun toewijding te uiten en spirituele verlossing te zoeken. . Elementen van flagellantisme zijn echter terug te vinden in latere religieuze stromingen, zoals de protestantse Reformatie en de opkomst van de pinksterbeweging.



