


De Khedivial-periode in de Egyptische geschiedenis
Khedivial is een term die in de 19e en het begin van de 20e eeuw werd gebruikt om te verwijzen naar de heersers van Egypte, die bekend stonden als khedives. Het woord "khedive" is afgeleid van de Arabische uitdrukking "khadīf", wat "onderkoning" betekent. De khedives waren de gouverneurs van Egypte onder de heerschappij van het Ottomaanse Rijk, en later onder de Britse koloniale heerschappij. Ze werden benoemd door de sultan of de Britse regering en waren verantwoordelijk voor het bestuur van het land en de uitvoering van hun beleid. De khediviale periode in de Egyptische geschiedenis begon in 1867, toen Ismail Pasha door de Ottomaanse sultan Abdülmecid I werd aangesteld als de eerste khedive van Egypte. Het khediviale systeem bleef bestaan tot 1914, toen de Britten Egypte bezetten tijdens de Eerste Wereldoorlog en de laatste kedive, Abbas Hilmi II, afzetten. Tijdens de khediviale periode onderging Egypte een aanzienlijke modernisering en ontwikkeling, waaronder de aanleg van spoorwegen, scholen en ziekenhuizen. De Khedives werden echter ook geconfronteerd met uitdagingen zoals armoede, hongersnood en politieke onrust, wat leidde tot de uiteindelijke Britse bezetting van het land.



