


Onthulling van Lepidodendron - een baanbrekende boomachtige plant uit het Carboon
Lepidodendron was een soort boomachtige plant die leefde tijdens het Carboon, ongeveer 320 tot 290 miljoen jaar geleden. Het was lid van de orde Lepidodendrales, waartoe ook andere verwante planten behoorden, zoals Lepidophloios en Phlebopteris. Deze planten werden gekenmerkt door hun grote omvang, lange levensduur en het vermogen om in dichte bossen te groeien. Lepidodendron was een bladverliezende plant, wat betekent dat hij jaarlijks zijn bladeren afwerpt. De bladeren waren groot en plat, met een opvallende vorm waardoor de plant zich van andere soorten kon identificeren. De plant had een lange, zuilvormige stam met een diameter van maximaal 1 meter (3 voet) en kon een hoogte bereiken tot 30 meter (100 voet). De stam was bedekt met een dikke bast die hem tegen beschadiging beschermde. De voortplantingsstructuren van Lepidodendron bevonden zich bovenaan de plant en bestonden uit sporendragende kegels. Deze kegels waren vergelijkbaar met die van moderne coniferen, maar waren veel groter en complexer. De sporen werden door de wind verspreid en konden lange afstanden afleggen voordat ze ontkiemden. Lepidodendron was een pioniersoort, wat betekent dat het een van de eerste planten was die nieuwe gebieden koloniseerde. Het speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de Carboonbossen en bood onderdak en voedsel aan andere organismen. Zijn grote omvang en lange levensduur maakten hem tot een dominante soort in zijn ecosysteem. Het fossielenbestand van Lepidodendron is uitgebreid, met veel goed bewaarde exemplaren die gevonden zijn in steenkoolafzettingen over de hele wereld. Deze fossielen bieden waardevolle informatie over de anatomie, groeigewoonten en ecologische rol van de plant.



