


De controversiële geschiedenis van lobotomie: inzicht in de risico's en negatieve effecten
Een lobotomie is een vorm van psychochirurgie waarbij een deel van de frontale kwab van de hersenen wordt weggesneden of weggeschraapt. De procedure werd in de jaren dertig ontwikkeld en werd in de jaren veertig en vijftig populair als behandeling voor psychische aandoeningen zoals schizofrenie, depressie en angst. Het doel van een lobotomie was het verstoren van de abnormale patronen van hersenactiviteit waarvan men dacht dat ze bijdroegen aan deze voorwaarden. De procedure omvatte doorgaans het boren van gaten in de schedel en het inbrengen van een chirurgisch instrument, een leucotoom genaamd, in de prefrontale cortex om bepaalde zenuwvezels door te snijden of te vernietigen. Lobotomieën werden vaak uitgevoerd bij patiënten die niet hadden gereageerd op andere vormen van behandeling, zoals medicijnen of elektroconvulsieve behandelingen. therapie (ECT). De procedure was echter niet zonder risico, en veel patiënten die lobotomie ondergingen, ondervonden aanzienlijke persoonlijkheidsveranderingen, cognitieve stoornissen en andere negatieve effecten. Het gebruik van lobotomie nam in de jaren zestig en zeventig af naarmate effectievere behandelingen voor geestesziekten beschikbaar kwamen, zoals antidepressiva en psychotherapie. Tegenwoordig wordt lobotomie niet langer uitgevoerd en wordt het beschouwd als een controversiële en grotendeels in diskrediet gebrachte procedure.



