


De donkere geschiedenis van Blackbirding in Australië
Blackbirding was een praktijk waarbij aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw eilandbewoners in de Stille Oceaan werden gerekruteerd, vooral uit Kiribati en Tuvalu, om te werken op suikerplantages in Queensland, Australië. De term ‘merels’ is afgeleid van het idee dat de arbeiders als vogels werden ‘opgepakt’ om uit hun huizen te worden gehaald en op de plantages naar het werk te worden gebracht. De praktijk van het merelen werd vaak onder valse voorwendselen uitgevoerd, waarbij rekruteurs bedrog en dwang om de eilandbewoners in de Stille Oceaan ervan te overtuigen hun huizen en gezinnen te verlaten om in Australië te gaan werken. Toen ze eenmaal in Queensland aankwamen, werden de arbeiders onderworpen aan zware werkomstandigheden, waaronder lange werktijden, fysieke arbeid en slechte levensomstandigheden. Velen van hen stierven door ziekte, ondervoeding of uitputting. Blackbirding was een vorm van dwangarbeid die volgens de Australische wet illegaal was, maar die jarenlang werd beoefend vanwege de vraag naar goedkope arbeidskrachten op de suikerplantages. Deze praktijk werd uiteindelijk aan het licht gebracht en in het begin van de 20e eeuw beëindigd, maar niet voordat duizenden eilandbewoners in de Stille Oceaan het slachtoffer waren geworden van deze uitbuiting. Tegenwoordig wordt de merel gezien als een donker hoofdstuk in de Australische geschiedenis, en er worden pogingen gedaan om de ervaringen van degenen die erdoor getroffen zijn te erkennen en te eren.



