


Dharmakaya begrijpen: het ultieme realiteitslichaam in het boeddhisme
Dharmakaya (Sanskriet: धर्मकाय, Wylie: lhag mthong) is een term die in het boeddhisme wordt gebruikt om te verwijzen naar de ultieme aard van de werkelijkheid. Het wordt vaak vertaald als 'werkelijkheidslichaam' of 'lichaam van de werkelijkheid'. In het Mahayana-boeddhisme wordt dharmakaya beschouwd als een van de drie lichamen van de Boeddha, samen met de nirmanakaya (het manifestatielichaam) en de sambhogakaya (het genotslichaam). Deze drie lichamen worden gezien als verschillende aspecten van de verlichte staat van de Boeddha, en ze vertegenwoordigen de verschillende manieren waarop de Boeddha aan bewuste wezens verschijnt om hen te onderwijzen en te begeleiden op het pad naar verlichting. De dharmakaya wordt beschouwd als de ultieme realiteit die ligt ten grondslag aan alle verschijnselen, en wordt gezien als de ware aard van alle dingen. Het gaat alle concepten en dualiteit te boven en wordt beschouwd als de bron van alle wijsheid en begrip. In deze zin wordt de dharmakaya vaak de ‘ultieme waarheid’ of de ‘absolute realiteit’ genoemd. In het Vajrayana-boeddhisme wordt de dharmakaya ook geassocieerd met het concept van ‘leegte’ (shunyata), wat het idee is dat alle verschijnselen zijn leeg van inherent bestaan en zijn voor hun bestaan afhankelijk van andere factoren. Dit begrip wordt gezien als een sleutelaspect van het pad naar verlichting, omdat het beoefenaars in staat stelt de illusie van het inherente bestaan te doorzien en de ware aard van de werkelijkheid te begrijpen. Over het geheel genomen is de dharmakaya een centraal concept in het Mahayana- en Vajrayana-boeddhisme, en het wordt gezien als een fundamenteel aspect van de leringen van de Boeddha over de aard van de werkelijkheid en het pad naar verlichting.



