


Inzicht in olieachtige stoffen: definitie, voorbeelden en eigenschappen
Oleagine komt van het Latijnse woord ‘oleum’, dat olie betekent. Het verwijst naar iets dat een vettige of olieachtige consistentie heeft, of iets dat rijk is aan olie of vet. In de scheikunde zijn olieachtige stoffen stoffen die oplosbaar zijn in olie maar onoplosbaar in water. Voorbeelden van olieachtige stoffen zijn: 1. Plantaardige oliën zoals sojaolie, koolzaadolie en olijfolie.
2. Dierlijke vetten zoals reuzel en talg.
3. Wassen zoals bijenwas en candelillawas.
4. Vetzuren zoals stearinezuur en palmitinezuur.
5. Lipiden zoals cholesterol en triglyceriden. Over het algemeen zijn olieachtige stoffen stoffen met een hoog gehalte aan lipiden of vetzuren, waardoor ze hun karakteristieke vettige of olieachtige textuur en eigenschappen krijgen.



