


Inzicht in onwaarschijnlijkheid in waarschijnlijkheidstheorie en statistiek
Onwaarschijnlijkheid is een concept dat in de waarschijnlijkheidstheorie wordt gebruikt om een gebeurtenis te beschrijven die waarschijnlijk niet zal plaatsvinden. Met andere woorden: een gebeurtenis met een lage waarschijnlijkheid van optreden. De waarschijnlijkheid van een gebeurtenis is een maatstaf voor hoe waarschijnlijk het is dat deze zal plaatsvinden, en gebeurtenissen met een lagere waarschijnlijkheid worden als minder waarschijnlijk beschouwd dan gebeurtenissen met een hogere waarschijnlijkheid. Als u bijvoorbeeld een munt opgooit, is de kans op kop gelijk. 0,5, oftewel 50%, wat betekent dat de kans even groot is dat het kop of munt wordt. Als je echter tien keer een munt opgooit, is het zeer onwaarschijnlijk dat je tien keer kop op rij krijgt, omdat de kans op tien keer kop heel klein is (0,000001, oftewel 1 op 10.000). In statistieken en data-analyse is de onwaarschijnlijkheid wordt vaak gebruikt om uitschieters of afwijkingen in gegevens te identificeren. Als een gebeurtenis een waarschijnlijkheid heeft die veel lager is dan de andere gebeurtenissen in de dataset, kan dit erop wijzen dat er iets ongewoons aan die gebeurtenis is, en kan verder onderzoek gerechtvaardigd zijn. Het is belangrijk op te merken dat onwaarschijnlijkheid niet noodzakelijkerwijs betekent dat een gebeurtenis zal nooit voorkomen. In feite komen er veel onwaarschijnlijke gebeurtenissen voor, maar de kans is kleiner dat ze zullen plaatsvinden dan meer waarschijnlijke gebeurtenissen. Het winnen van de loterij is bijvoorbeeld een onwaarschijnlijke gebeurtenis, maar het overkomt sommige mensen wel.



