


De oude stad Babylon: een symbool van macht, welvaart en vernietiging
Babylon was een stad in het oude Mesopotamië (het hedendaagse Irak) die ruim 4000 jaar geleden werd gebouwd. Het was de hoofdstad van het Nieuw-Babylonische rijk, dat van de 6e tot de 4e eeuw voor Christus een groot deel van het oude Nabije Oosten regeerde. De stad was beroemd om zijn grootse architectuur, waaronder de beroemde Ishtarpoort en de Toren van Babel. De naam "Babylon" komt van het Akkadische woord "Babilu", wat "Poort van God" betekent. De stad stond bekend om zijn religieuze en culturele betekenis, maar ook om zijn politieke macht en economische welvaart. Het was een belangrijk centrum van handel en commercie, en zijn invloed strekte zich uit tot ver buiten het oude Nabije Oosten. In de Bijbel wordt Babylon zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament genoemd als een plaats van oordeel en vernietiging. Het boek Jesaja profeteert de val van Babylon, en het boek Openbaring beschrijft de eindtijd als een tijd van Babylonische ballingschap en de opkomst van een grote hoer (Babylon) die door God vernietigd zal worden. gelegen in het huidige Irak, vlakbij de stad Hillah. Het is opgegraven door archeologen en wordt beschouwd als een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen ter wereld. Tot de ruïnes behoren onder meer de beroemde Ishtarpoort, het paleis van Nebukadnezar en de tempel van Marduk. Babylon is ook een symbolische naam geworden voor elke grote en machtige stad of rijk dat als corrupt en onderdrukkend wordt gezien. In deze zin wordt de term 'Babylon' vaak metaforisch gebruikt om moderne steden of samenlevingen te beschrijven die worden gezien als onder de controle van kwade krachten of als gekenmerkt door luxe, overdaad en moreel verval.



