


Het ontdekken van de smaken van het oude Rome: de geschiedenis en de betekenis van Garum
Garum was een gefermenteerde vissaus die een basiskruid was in de oude Griekse en Romeinse keuken. Het werd gemaakt uit de darmen van kleine vissen, zoals ansjovis of sardines, die enkele maanden in zout lieten gisten. De resulterende vloeistof was dik, donkerbruin en had een sterke, doordringende geur. Garum werd gebruikt om smaak toe te voegen aan een grote verscheidenheid aan gerechten, waaronder vlees, groenten en granen. Het werd ook gebruikt als smaakmaker voor sauzen en dressings en werd in het oude Rome als een luxeartikel beschouwd. De productie van garum was een belangrijke industrie in het Romeinse rijk, met fabrieken verspreid over het Middellandse Zeegebied. Garum wordt nog steeds geproduceerd in sommige delen van de wereld, zoals Spanje en Italië, waar het bekend staat als "aguamiel" of "garum". Italicum." Het is echter niet zo algemeen verkrijgbaar als vroeger en wordt voornamelijk gebruikt als speciaal ingrediënt in traditionele gerechten.



