


Moringa: de gedraaide boom met voedzame en geneeskrachtige eigenschappen
Moringua is een geslacht van bomen uit de familie Moringaceae, afkomstig uit tropische en subtropische gebieden van Azië en Afrika. De naam 'moringa' is afgeleid van het Tamil-woord 'murungai', wat 'verdraaid' betekent. Dit verwijst naar de gedraaide vorm van de stam van de boom terwijl deze groeit. Er zijn verschillende soorten moringa, maar de meest gekweekte en gebruikt voor voedsel en medicijnen is Moringa oleifera. Andere soorten zijn M. stenopetala, M. drouyi en M. peregrina.
Moringa-bomen zijn bladverliezend, wat betekent dat ze hun bladeren tijdens de seizoenen verliezen, en tot 10 meter hoog kunnen worden. Ze hebben kleine, witte bloemen, gevolgd door peulen met zaden. De zaden zijn omhuld door een papierachtige, vleugelachtige structuur waardoor ze zich in de wind kunnen verspreiden. Moringa is een voedselbron die rijk is aan voedingsstoffen en rijk is aan eiwitten, vitamines en mineralen. De bladeren, peulen en zaden zijn allemaal eetbaar en kunnen in verschillende gerechten worden gebruikt. De bomen worden ook gewaardeerd om hun geneeskrachtige eigenschappen, vooral in de traditionele Ayurvedische geneeskunde. Er is aangetoond dat ze onder meer antibacteriële, ontstekingsremmende en antioxiderende effecten hebben.



